Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van de kinderen van Benjamin, [32]de broederen van Saul, drie duizend; [33]want tot nog toe waren er velen van hen, [34]die het met het huis van Saul hielden; 32. Dat is, bloedverwanten. 33. Dat is de reden, waarom dat er maar drie duizend Benjaminieten tot David gekomen waren. 34. Hebreeuws, die de wacht des huizes Sauls wachtten. De Benjaminieten hielden lang de zijde van Saul, omdat hij uit hun stam gesproten was. Zie 2 Sam.2:.